Deze week deden we een associatieoefening: de kinderen moesten direct bij het horen van tien woorden opschrijven waar ze bij dat woord aan dachten. Vervolgens kozen ze drie van deze woorden uit om daar hun tekst mee te schrijven. Deze tekst komt van Hasse:

Dit verhaal gaat over papa. Mijn lieve, stoere, grappige en sterke papa. Dit verhaal speelt zich af in ons oude huis, ik was toen nog klein, 2. Toen ik 2 was gebeurde er van alles. Maar eerst moet je een klein stukje geschiedenis van papa weten. Vroeger, in zijn kindertijd, stotterde papa heel veel. Dat werd hoe groter hij werd hoe minder, maar toen ik 2 was kwam het weer. Hij stotterde veel. Er gebeurde gewoon te veel. Ik zal het proberen op een rijtje te zetten:
• Zusje Maren dood
• Mama bijna dood
• Kinderen verzorgen
• En natuurlijk zijn werk

Dat moest papa allemaal verwerken. Toen ik 2 was gebeurde dat. Het gebeurde in de nacht. Mama moest naar de VU, een ziekenhuis in Amsterdam, waar we toen nog woonden, omdat ze ernstig ziek was. Maren zat in haar buik dus was zij ook besmet met de bacteriƫn die mama had. Toen ik samen met mijn broer Brammert (hij was toen 4) naar mama ging was ze helemaal vol met slangetjes en pleisters. Ik vond dat mama er raar uitzag. Verder wist ik niets. Niet dat mama bijna dood ging, niet dat ik een zusje kreeg die er na een halve dag al niet meer was, niet dat papa het moeilijk had. Ik zat gewoon op mijn nepmobiel te spelen. Ik zat met een big smile de kist van Maren samen met Brammert te schilderen. Maar ja, ik was klein! Toch vind ik dat ik het goed gedaan heb in die tijd.
Vlinders betekenen iets voor me. Namelijk dat Maren bij me is. Maren is de vlinder. De vlinder van de hemel.
Door Hasse